Beginselverklaring neutraliteit
van het stedelijk en gemeentelijk onderwijs
Het onderwijs van steden en gemeenten is een openbare dienst en moet per definitie beantwoorden aan de principes van neutraliteit. Deze principes worden vastgelegd in een lokaal pedagogisch, agogisch of artistiek project, in het schoolreglement en in het schoolwerkplan. Ook voor de onderwijspraktijk (keuze van leerplannen en leermethodes) zijn ze richtinggevend. Schoolbesturen, schoolteams, cursisten, leerlingen en ouders stemmen hiermee in en dragen de neutraliteit van het stedelijk en gemeentelijk onderwijs mee uit.
Wettelijk kader
Open voor iedereen
Scholen, centra en academies zijn toegankelijk voor iedereen die van hun aanbod wil genieten volgens artikel 6bis van de Schoolpactwet van 29 mei 1959. Dit artikel bepaalt dat een officiële school ‘een open karakter heeft door open te staan voor alle leerlingen, ongeacht de ideologische, filosofische of godsdienstige opvattingen van de ouders en de leerlingen’.
Belgische Grondwet en Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en van het Kind
Scholen, centra en academies respecteren in hun werking de internationaalrechtelijke en grondwettelijke beginselen inzake de rechten van de mens en van het kind.
Democratisch burgerschap versterken
Scholen, centra en academies respecteren de principes van de democratische rechtsstaat en versterken deze door hun aanbod, door de manier waarop ze zich organiseren, door een participatieve cultuur te stimuleren en door zelf model te staan voor een democratische samenleving.
Actief pluralisme
Verbondenheid stimuleren
Scholen, centra en academies gaan uit van de gemeenschappelijke waarden, overtuigingen, aspiraties … die mensen met elkaar delen, over en door alle mogelijke verschillen heen. Tegelijk spreken ze hun verwachtingen hieromtrent uit tegenover leerlingen, ouders en cursisten. Ze maken in hun curriculum plaats voor gemeenschappelijke waarden. Door hun aanpak stimuleren ze de verbondenheid tussen mensen in hun eigen leer- en leefgemeenschap en in de samenleving.
Diversiteit erkennen en respecteren
Scholen, centra en academies erkennen en respecteren de diversiteit bij hun leerlingen en cursisten op het vlak van filosofische, levensbeschouwelijke en religieuze overtuiging, sociale, etnische en talige achtergrond, nationaliteit, huidskleur, gender en seksuele voorkeur. Tegelijk stellen ze duidelijk de verwachting dat leerlingen, ouders en cursisten de aanwezige verschillen eveneens respecteren, dat ze bereid zijn te luisteren naar elkaar en begrip opbrengen voor andere opvattingen.
Diversiteit als meerwaarde benutten
Voor het realiseren van hun doelen vertrekken scholen, centra en academies van de meerwaarde die diversiteit biedt. Als dat mogelijk en relevant is, spelen ze in op de verschillen tussen leerlingen en cursisten door hun aanpak en door het aanbieden van inhoud (curriculum). Ze doen dat onder meer door een kritische dialoog tussen levensbeschouwingen en overtuigingen te stimuleren.
Lokaal verankerd, open op de wereld en op de toekomst
Lokale verankering
Scholen, centra en academies zijn sterk verweven met de lokale overheid en omgeving. Ze gaan actief op zoek naar samenwerking met andere scholen, buurtbewoners, (groot-)ouders, socio-economische partners of andere partners uit de wijk-, sport-, welzijns-, jeugd- en cultuursector.
Wereldburgerschap
Scholen, centra en academies zijn niet alleen verankerd in de lokale gemeenschap, maar ze staan ook open voor een wereld gekenmerkt door globalisering en internationalisering.
Duurzaamheid
Scholen, centra en academies erkennen de noodzaak om met het oog op de toekomst ecologisch duurzame en gezonde keuzes te maken en ze vertalen die overtuiging in hun aanbod en in hun manier van werken.
Pedagogisch project
Onze school ijvert voor een volwaardige menselijke ontplooiing van het kind, met oog op een kansrijke toekomst. De aanwezigheid van overwegend niet-Nederlandstalige kinderen is bepalend voor de werking van de school.
Er wordt vanaf de kleuterklas veel aandacht besteed aan het aanleren van een basiswoordenschat. Anderstalige kinderen hebben betere slaagkansen wanneer zij hun kleuterschool in het Nederlands gevolgd hebben.
De school voorziet in een speciale omkadering, zorg en gelijke onderwijskansen, om de slaagkansen van elke leerling te optimaliseren.
We willen elk kind initiëren in een waaier van waarden, leerinhouden en vaardigheden, verdeeld over verschillende domeinen, taal en expressie, wetenschap, milieuzorg en techniek, sport en spel, kunst en cultuur, levensbeschouwing en godsdienst.
Wij staan erop dat de kinderen op school de Nederlandse taal gebruiken en streven ernaar dat ze dit uit eigen wil doen en niet omdat het wordt opgelegd. Wij vragen ook aan de ouders een inspanning te leveren om tijdens de contacten met de school Nederlands te spreken. We sporen ze aan de Nederlandse lessen, gegeven door “Brusselleer”, te volgen.
De school is opvoeden… Opvoeden is de taak van ouders, school, gemeenschap en wereld. Een kind komt naar school om met de hulp van de leerkrachten en de steun van de ouders te leren en te groeien naar zelfstandigheid. Hierin begeleidt de school met aandacht elk individu ongeacht herkomst, taal, ras of geloof.
Belangrijke aspecten van het pedagogisch project:
De omgang met de leerlingen is rustig en stimulerend. Opmerkingen worden positief geformuleerd. Er wordt zoveel mogelijk gewerkt aan sociale versterkers. De kinderen zijn partners die mogen delen, meedoen en samenwerken. Ook tegenover de ouders wordt gestreefd naar een open sfeer. Zo ervaren de ouders dat het positieve klimaat een gunstige invloed heeft op de ontwikkeling van het kind. Een open en ontspannen sfeer maakt van de school een opvoedende gemeenschap, waar kinderen niet alleen leren maar zich ontwikkelen tot een persoon met zelfvertrouwen, zelfkennis en een sociaal positief gedrag.
We kiezen voor de vorming van verdraagzame individuen die: