regelement

Hoofdstuk 1        Algemene bepalingen

 

Artikel 1

Het schoolreglement regelt de verhouding tussen leerlingen en hun ouders enerzijds en de school/het schoolbestuur anderzijds.

 

Artikel 2

De ouders ondertekenen het pedagogisch project, de infobrochure en het schoolreglement van de school voor akkoord. Dit is een inschrijvingsvoorwaarde.

Het schoolreglement wordt door de directeur voorafgaand aan elke inschrijving van de leerling schriftelijk of via elektronische drager en met toelichting, indien de ouders dit wensen ter beschikking gesteld. Bij elke wijziging van het schoolreglement informeert de directeur de ouders schriftelijk of via elektronische drager en met toelichting, indien de ouders dit wensen. De ouders verklaren zich opnieuw schriftelijk akkoord. Indien de ouders zich met de wijziging niet akkoord verklaren, dan wordt aan de inschrijving van het kind een einde gesteld op 31 augustus van het lopende schooljaar. De school vraagt de ouders of ze ook een papieren versie van het schoolreglement en/of eventuele wijzigingen wensen en stelt deze ter beschikking.

Ouders kunnen ook digitaal hun akkoord geven voor wijzigingen aan het pedagogisch project of schoolreglement.(onder voorbehoud van goedkeuring van het decreet over diverse maatregelen voor het onderwijs)

 

Artikel 3

Dit schoolreglement eerbiedigt de internationaalrechtelijke en grondwettelijke beginselen inzake de rechten van de mens en van het kind in het bijzonder.

 

Artikel 4

Voor de toepassing van dit schoolreglement wordt verstaan onder:

 

                Aangetekend: met aangetekende brief of tegen afgifte van een gedateerd ontvangstbewijs.

 

                Extra-murosactiviteiten:

                   activiteiten van één of méér schooldagen die plaatsvinden buiten de schoolmuren en worden georganiseerd voor één of meer leerlingengroepen.

 

                Klassenraad:

                   team van personeelsleden dat onder leiding van de directeur samen de verantwoordelijkheid draagt of zal dragen voor de begeleiding van en het onderwijs aan een bepaalde leerlingengroep of individuele leerling.

 

                Leerlingen: de kinderen die regelmatig zijn ingeschreven in de basisschool.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                Regelmatige leerling:

                    

  • voldoet aan de toelatingsvoorwaarden
  • is slechts in één school ingeschreven
  • in het lager onderwijs of als 6- en 7-jarige in het kleuteronderwijs: altijd aanwezig, behalve bij gewettigde afwezigheid;
  • 5-jarige in het kleuteronderwijs: voldoende aanwezig (minstens 290 halve dagen);
  • deelnemen aan alle onderwijsactiviteiten die voor de leerlingengroep of de leerling worden georganiseerd, behoudens vrijstelling. Deelnemen aan het taalbad of een ander taalintegratietraject wordt beschouwd als een onderwijsactiviteit die voor de leerlingengroep of de leerling wordt georganiseerd.

 

 

               Toelatingsvoorwaarden:

 

                   Om toegelaten te worden in het kleuteronderwijs moet een kind ten minste twee en een half jaar oud zijn. Als een kleuter, op het moment van de inschrijving nog geen drie jaar is, kan hij in het basisonderwijs slechts toegelaten worden op één van de volgende instapdagen:

  • de eerste schooldag na de zomervakantie;
  • de eerste schooldag na de herfstvakantie;
  • de eerste schooldag na de kerstvakantie;
  • de eerste schooldag van februari;
  • de eerste schooldag na de krokusvakantie;
  • de eerste schooldag na de paasvakantie;
  • de eerste schooldag na Hemelvaart.

 

Om toegelaten te worden tot het gewoon lager onderwijs moet een leerling 6 jaar zijn voor 1 januari van het lopende schooljaar. Als hij nog niet de leeftijd van 7 jaar heeft bereikt of zal bereiken voor 1 januari van het lopende schooljaar, moet hij bovendien aan de volgende voorwaarden voldoen :

 

                               1.Ten minste 290 halve dagen aanwezig geweest zijn in het voorgaande schooljaar  in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende Nederlandstalige school voor kleuteronderwijs (halve dagen aanwezigheid in de rijdende kleuterschool worden beschouwd als aanwezigheid) mits :

 

  • een gunstig advies van de klassenraad van de school waar de leerling voorafgaand aan de instap in het gewoon lager onderwijs kleuteronderwijs gevolgd heeft. Dit advies omvat de mate waarin de leerling het Nederlands voldoende beheerst om het gewoon lager onderwijs te kunnen starten.

 

  • bij ongunstig advies van de klassenraad van de kleuterschool over de mate waarin de leerling het Nederlands voldoende beheerst om in het gewoon lager onderwijs te kunnen starten,wordt de leerling ook toegelaten tot het lager onderwijs maar dan moet de leerling een taalintegratietraject volgen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  1. Leerlingen die in het voorgaande schooljaar ingeschreven waren in een erkende Nederlandstalige school voor kleuteronderwijs en geen 290 halve dagen daadwerkelijk aanwezig geweest zijn, kunnen enkel toegelaten worden mits:

 

  • een gunstig advies van de klassenraad van de school waar                                   de leerling laatst kleuteronderwijs volgde.
  • bij ongunstig advies van de klassenraad van het kleuteronderwijs                                    omwille van de beheersing van het Nederlands, een gunstige beslissing van de klassenraad lager onderwijs voor de inschrijving in die school en het volgen van een taalintegratietraject.
  • bij ongunstig advies van de klassenraad van het kleuteronderwijs, omwille van andere redenen dan de beheersing van het Nederlands, een gunstige beslissing van de klassenraad lager onderwijs voor de inschrijving in die school.

 

  1. Voor leerlingen die geen kleuteronderwijs gevolgd hebben, beslist de klassenraad van de school voor lager onderwijs na een taalscreening of deze leerling al dan niet toelating krijgt tot het reguliere traject, of een taalintegratietraject in het gewoon lager onderwijs volgt.

     Bij weigering van toelating tot het lager onderwijs door de klassenraad lager onderwijs, beslist de klassenraad van de school voor kleuteronderwijs of de leerling in het kleuteronderwijs het reguliere traject en/of een taalintegratietraject volgt.

 

 

4.Leerlingen waarvan nog niet vaststaat dat ze voldoen aan de toelatingsvoorwaarden worden onder ontbindende voorwaarde ingeschreven in het lager onderwijs. Indien de klassenraad lager onderwijs na de start van het schooljaar een negatieve beslissing neemt over de toelating tot het lager onderwijs, moet de school voor het kleuteronderwijs waar de leerling vorig jaar les volgde, verplicht de leerling in overcapaciteit inschrijven.

 

                               5.Een jaar vroeger naar het lager onderwijs: Als vijfjarigen worden beschouwd, al wie vijf jaar geworden is vóór 1 januari van het lopende schooljaar.

 

  1. Een vijfjarige leerling die het voorgaande schooljaar was ingeschreven in een erkende school voor Nederlandstalig onderwijs kan enkel toegelaten worden mits:

 

  • Een gunstig advies van de klassenraad van de school waar de leerling laatst kleuteronderwijs volgde.
  • bij ongunstig advies van de klassenraad van het kleuteronderwijs omwille van de beheersing van het Nederlands :een gunstige beslissing van de klassenraad lager onderwijs en het volgen van een taalintegratietraject in het lager onderwijs.
  • bij ongunstig advies van de klassenraad van het kleuteronderwijs, omwille van andere redenen :een gunstige beslissing van de klassenraad lager onderwijs .

 

Na kennisneming van en toelichting bij het advies van het CLB en na het gunstig advies of de gunstige beslissing door de klassenraad, nemen de ouders de uiteindelijke beslissing over de vervroegde instap. 

 

  1.    Een vijfjarige leerling die het voorgaande schooljaar niet ingeschreven was in een erkende school voor Nederlandstalig onderwijs :

 

  • een gunstige beslissing van de klassenraad van de school voor lager onderwijs
  • de klassenraad lager onderwijs beslist ook of de leerling toegelaten wordt in een regulier traject en/ of taalintegratietraject.’.
  • Bij weigering van toelating tot het lager onderwijs door de klassenraad lager onderwijs, beslist de klassenraad van de school voor kleuteronderwijs of de leerling in het kleuteronderwijs het reguliere traject en/of een taalintegratietraject volgt.

 

     Na kennisneming van en toelichting bij het advies van het CLB en na toelating door de klassenraad lager onderwijs , nemen de ouders de uiteindelijke beslissing over de vervroegde instap.

 

 

  

Voor zij-instromers van 7 jaar of ouder gelden de bovenstaande voorwaarden niet.

 

                        

                Leerlingengroep:

                   een aantal leerlingen dat samen voor een bepaalde periode eenzelfde opvoedings- of onderwijsactiviteit volgt.

 

                Ouders:

                   de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen of in rechte of in feite de minderjarige onder hun bewaring hebben.

 

                Pedagogisch project:

                   het geheel van de fundamentele uitgangspunten dat door een schoolbestuur voor een school en haar werking wordt bepaald.

 

10°              School:

                   het pedagogisch geheel, waar onderwijs wordt georganiseerd en dat onder leiding staat van de directeur.

 

11°              Schoolbestuur: de inrichtende macht die verantwoordelijk is voor de sch(o)ol(en) van de gemeente, nl. de Gemeenteraad. Inzake daden van dagelijks beheer is het College van burgemeester en schepenen bevoegd.

 

12°              Schoolraad: is een officieel inspraakorgaan waarin ouders, personeel, en personen van de lokale gemeenschap vertegenwoordigd zijn.

 

13°              Werkdag: weekdagen van maandag tot vrijdag, met uitzondering van feestdagen en dagen die vallen tijdens de herfst-, kerst-, krokus- en paasvakantie.

 

14°              Schooldag: een dag waarop leerlinggebonden activiteiten georganiseerd worden, met uitzondering van zaterdag, zondag en de schoolvakanties.

 


 

Hoofdstuk 2        Engagementsverklaring

Artikel 5

  • 1 Oudercontacten

De school organiseert op geregelde tijdstippen oudercontacten. De ouders en de school zelf kunnen op eigen initiatief bijkomende oudercontacten voorstellen.

De ouder(s) woont (wonen) de oudercontacten bij.

In de infobrochure staan de concrete data.

 

  • 2 Voldoende aanwezigheid

De ouders zorgen ervoor dat hun kind elke schooldag en op tijd naar school komt.

 

  • 3 Deelnemen aan individuele begeleiding

Sommige kinderen hebben nood aan een individuele begeleiding. Voor kinderen die daar nood aan hebben, werkt de school vormen van individuele ondersteuning uit en ze maakt daarover afspraken met de ouders zoals voorzien in het zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid van de school.

De ouders ondersteunen op een positieve manier de maatregelen die in samenspraak genomen zijn.

 

  • 4 Nederlands is de onderwijstaal van de school.

Ouders moedigen hun kind(eren) aan om Nederlands te leren. Ouders ondersteunen de initiatieven en de maatregelen die de school neemt om de eventuele taalachterstand van hun kind(eren) weg te werken.

 

 

Hoofdstuk 3        Sponsoring

Artikel 6

  • 1

De school werkt voor het bereiken van de eindtermen en het nastreven van ontwikkelingsdoelen met de middelen die door de Vlaamse Gemeenschap en door het schoolbestuur ter beschikking worden gesteld.

 

 

  • 2

Om de bijdragen van de ouders voor niet-eindtermgebonden onderwijskosten te beperken, kan de school gebruik maken van geldelijke en niet-geldelijke ondersteuning door derden.

 

 

  • 3

Dergelijke ondersteuning in de vorm van mededelingen die rechtstreeks of onrechtstreeks tot doel hebben de verkoop van producten of diensten te bevorderen, kan enkel in geval van facultatieve activiteiten en na overleg in de schoolraad.

 

 

 

 

 

 

 

 

  • 4

De school zal in geval van dergelijke ondersteuning enkel vermelden dat de activiteit of een gedeelte van de activiteit ingericht werd door middel van een gift, een schenking, een gratis prestatie of een prestatie verricht onder de reële prijs door een bij name genoemde natuurlijke persoon, rechtspersoon of feitelijke vereniging.

 

 

  • 5

De bedoelde mededelingen kunnen enkel indien:

 

  1. deze mededelingen verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taken en doelstellingen van de school;
  2. deze mededelingen de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van de school niet in het gedrang brengen.

 

 

  • 6

In geval van vragen of problemen met betrekking tot de geldelijke of niet-geldelijke ondersteuning door derden, richt men zich tot het schoolbestuur.

 

 

Hoofdstuk 4        Kostenbeheersing

 

Artikel 7

  • 1 Kosteloos

Het schoolbestuur vraagt geen direct of indirect inschrijvingsgeld.

Het schoolbestuur vraagt geen bijdrage voor onderwijsgebonden kosten die noodzakelijk zijn om een eindterm te realiseren of een ontwikkelingsdoel na te streven.

De school stelt volgende materialen gratis te beschikking, per kind, per klas of per groep klassen:

Lijst met materialen

 

Bewegingsmateriaal

Ballen, touwen, (klim)toestellen, driewielers…

Constructiemateriaal

 

Karton, hout, hechtingen, gereedschap, katrollen, tandwielen, bouwdozen…

Handboeken, schriften, werkboeken en -blaadjes, fotokopieën, software

 

ICT-materiaal

 

Computers inclusief internet, tv, radio, telefoon…

Informatiebronnen

 

(Verklarend) woordenboek, (kinder)krant, jeugdencyclopedie, documentatiecentrum, cd-rom, dvd, klank- en beeldmateriaal…

 

Kinderliteratuur

 

Prentenboeken, (voor)leesboeken,  kinderromans, poëzie, strips…

Knutselmateriaal

Lijm, schaar, grondstoffen, textiel…

Leer- en ontwikkelingsmateriaal

Spelmateriaal, lees- en rekenmateriaal, denkspellen, materiaal voor socio-emotionele ontwikkeling…

Meetmateriaal

Lat, graadboog, geodriehoek, tekendriehoek, klok (analoog en digitaal), thermometer, weegschaal…

Multimediamateriaal

 

Audiovisuele toestellen, dvd-speler…

Muziekinstrumenten

Trommels, fluiten…

Planningsmateriaal

Schoolagenda, kalender, dagindeling…

Schrijfgerief

Potlood, pen…

Tekengerief

Stiften, kleurpotloden, verf, penselen…

Atlas, globe, kaarten, kompas, passer, zakrekenmachine

 

 

  • 2 Maximumfactuur

 

Het schoolbestuur kan echter een beperkte bijdrage vragen voor kosten die ze maakt om de eindtermen en de ontwikkelingsdoelen te verlevendigen. Dit gebeurt steeds na overleg met de schoolraad. Het gaat over volgende bijdragen:

  1. de toegangsprijs voor het zwembad, met uitzondering van de leerlingengroep waarvoor de toegangsprijs door de Vlaamse Gemeenschap wordt gedragen;
  2. de toegangsprijs bij pedagogisch-didactische uitstappen;
  3. de deelnamekosten bij eendaagse extra-murosactiviteiten;
  4. de vervoerskosten bij pedagogisch-didactische uitstappen, eendaagse extra-muros-activiteiten en zwemmen, met uitzondering van de leerlingengroep waarvoor de vervoerkosten naar het zwembad door de Vlaamse Gemeenschap worden gedragen;
  5. de aankoopprijs van turn- en zwemkledij;
  6. de kosten voor occasionele activiteiten, projecten en feestactiviteiten.

                  

Maximumbijdrage per schooljaar:

Voor de kleuterschool bedraagt dit 50 euro per schooljaar.

Voor de lagere school bedraagt dit 95 euro per schooljaar.

§ 3 Extra bovenop de maximumfactuur

 

Voor meerdaagse extra-murosactiviteiten kan enkel in de lagere school een bijdrage gevraagd worden. Dit gebeurt na overleg met de schoolraad.

 

Deze bijdrage mag maximaal 480 euro bedragen voor de volledige schoolloopbaan lager onderwijs.

 

 

 

  • 4 Bijdrageregeling

 

De school biedt volgende diensten en materialen aan tegen betaling:

 

  1. vervoer en deelname aan buitenschoolse activiteiten
  2. buitenschoolse opvang;
  3. middagtoezicht;
  4. maaltijden en soep (enkel GBS De Wereldbrug);
  5. klasfoto’s;

 

 

 

De school vraagt een bijdrage voor:

 

  • Warme maaltijden (niet verplicht): eerste en tweede kleuterklas: 3 euro / dag      

       derde kleuterklas en lagere school: 3,25 euro / dag

  • Soep (niet verplicht): 0,25 euro / dag

 

  • Bewaking:
    • Maandelijks forfait zonder woensdagnamiddag: 13,50 euro per maand en per kind.
    • Maandelijks forfait met woensdagnamiddag: 19 euro per maand en per kind.
    • Er wordt een bijkomende retributie verschuldigd voor laattijdige afhaling van een kind, met name 5 euro per bijkomend kwartier na 18u. Wanneer een leerling uitzonderlijk in de bewaking blijft, wordt er 2 euro/dag aangerekend.                                             

 

  • Zwemmen: (derde kleuterklas en zesde leerjaar gratis)

        eerste tot vijfde leerjaar: 2 euro

 

De school gebruikt deze materialen/diensten niet in haar activiteiten en lessen.

De ouders kiezen of ze al dan niet van deze diensten gebruik maken.

 

 

  • 5 Basisuitrusting

 

De school verwacht dat de leerlingen over volgende zaken beschikken: boekentas, zwemzak, turn-gerief (witte pantoffels + zwarte short). Deze basisuitrusting valt ten laste van de ouders.

     

  • 6 Betalingen

 

De school zorgt voor een maandelijkse afrekening van de bovenvermelde kosten. Deze worden binnen de 10 dagen na ontvangst via een overschrijving aan de gemeente betaald. Is deze niet betaald binnen de 10 dagen dan stuurt de school een herinneringsbrief, daarna krijgen de ouders een brief van de gemeente.

Wanneer zich betalingsmoeilijkheden voordoen kunnen de ouders, na afspraak, een onderhoud met de directie aanvragen om naar een gezamenlijke oplossing te zoeken.

In geval van vragen en problemen omtrent de bijdrageregeling richt men zich naar de directeur.

 

 

 

Ouders zijn, ongeacht hun burgerlijke staat, hoofdelijk gehouden tot het betalen van de schoolrekening. De school kan elke ouder afzonderlijk aanspreken voor het geheel van de schoolrekening. De school kan niet verplicht worden rekening te houden met overeenkomsten die ouders getroffen hebben of door de rechtbank werden bepaald over de kosten en de opvoeding van de kinderen. Die regelingen zijn immers niet tegenstelbaar aan derden, zoals de school.

De school hoeft geen gesplitste facturen te maken. Als ouders het wensen, krijgen ze beiden een identieke schoolrekening. Beide ouders blijven elk het resterende bedrag verschuldigd, tot de rekening betaald is.

 

 


 

Hoofdstuk 5        Extra-murosactiviteiten

 

Artikel 8

Extra-murosactiviteiten zijn activiteiten van één of meerdere schooldagen die plaats vinden buiten de schoolmuren en worden georganiseerd voor één of meer leerlingengroepen.

De school streeft ernaar dat alle leerlingen deelnemen aan de extra-murosactiviteiten, aangezien ze deel uitmaken van het leerprogramma.

De ouders worden tijdig geïnformeerd over de geplande extra-murosactiviteiten.

Ouders hebben echter het recht om hun kinderen niet mee te laten gaan op extra-murosactiviteiten van een volledige dag of meer. Ze moeten deze weigering schriftelijk kenbaar maken aan de school.

Als de leerling niet deelneemt dan moet de leerling toch op school aanwezig zijn. Voor deze leerlingen voorziet de school een aangepast programma.

Activiteiten die volledig buiten de schooluren georganiseerd worden, vallen hier niet onder.

 

Hoofdstuk 6        Huiswerk, agenda’s, rapporten, evaluatie en schoolloopbaan

 

Artikel 9      Huiswerk

Tijdens de studie zal de studiebegeleider er op toezien dat de leerlingen hun huiswerk zelfstandig maken. Huiswerk zijn opdrachten die na schooltijd uitgevoerd worden: lessen leren, taken maken, opzoekwerk verrichten...

De school geeft deze opdrachten mee om het zelfstandig werken van de leerlingen te stimuleren en om hen extra oefenkansen te bieden.

Indien een leerling zijn huiswerk vergeet, kan de klasleerkracht de nodige maatregelen nemen.

 

 

Artikel 10    Agenda 

In de kleuterschool hebben de leerlingen een heen-en-weerschrift. Dit schrift wordt elke vrijdag meegegeven naar huis. Aan de hand van dit schrift worden ouders nauwer betrokken bij het schoolgebeuren. Ze worden geïnformeerd over de thema’s, activiteiten...

In het lager onderwijs krijgen de leerlingen een schoolagenda. Hierin worden de lessen en taken van de leerlingen en mededelingen voor ouders dagelijks genoteerd. Zowel de klasleerkracht als de ouders ondertekenen de schoolagenda elke dag na controle.

 

Artikel 11    Evaluatie en rapport

Een samenvatting van de evaluatiegegevens van de leerling wordt neergeschreven in een rapport. Dit rapport wordt bezorgd aan de ouders, die ondertekenen voor kennisneming. Het rapport wordt, ondertekend terugbezorgd aan de klasleerkracht.

 

 


 

 

Artikel 12    Schoolloopbaan

 

  • 1 Op voorwaarde dat aan alle toelatingsvoorwaarden voldaan is, nemen de ouders van de leerling

      de eindbeslissing inzake:

 

  • de overgang van kleuter- naar lager onderwijs, na kennisneming van en toelichting bij de adviezen van de klassenraad en van het CLB;
  • een jaar langer in het kleuteronderwijs, na kennisname en toelichting bij de adviezen van de klassenraad en het CLB;
  • het volgen van nog één schooljaar lager onderwijs, als de leerling 14 jaar wordt voor 1 januari van het lopende schooljaar, en dit na kennisneming van en toelichting bij het gunstig advies van de klassenraad en het advies van het CLB.
  • Voor een verlengd verblijf voor leerlingen met een getuigschrift basisonderwijs en voor leerlingen die 14 jaar worden voor 1 januari van het lopende schooljaar is een gunstig advies nodig van de klassenraad van de school waar de leerling het voorafgaande schooljaar lager onderwijs volgde.

 

  • 2 Vroeger naar het lager onderwijs:

                  

  1. Een vijfjarige leerling die het voorgaande schooljaar was ingeschreven in een erkende  school voor Nederlandstalig onderwijs kan enkel toegelaten worden mits:

 

  • Een gunstig advies van de klassenraad van de school waar de leerling laatst kleuteronderwijs volgde.
  • bij ongunstig advies van de klassenraad van het kleuteronderwijs omwille van de beheersing van het Nederlands :een gunstige beslissing van de klassenraad lager onderwijs en het volgen van een taalintegratietraject in het lager onderwijs.
  • bij ongunstig advies van de klassenraad van het kleuteronderwijs, omwille van andere redenen :een gunstige beslissing van de klassenraad lager onderwijs .

 

Na kennisneming van en toelichting bij het advies van het CLB en na het gunstig advies of de gunstige beslissing door de klassenraad, nemen de ouders de uiteindelijke beslissing over de vervroegde instap. 

 

  1. Een vijfjarige leerling die het voorgaande schooljaar niet ingeschreven was in een erkende school voor Nederlandstalig onderwijs :

 

  • een gunstige beslissing van de klassenraad van de school voor lager onderwijs
  • de klassenraad lager onderwijs beslist ook of de leerling toegelaten wordt in een regulier traject en/ of taalintegratietraject.’.
  • Bij weigering van toelating tot het lager onderwijs door de klassenraad lager onderwijs, beslist de klassenraad van de school voor kleuteronderwijs of de leerling in het kleuteronderwijs het reguliere traject en/of een taalintegratietraject volgt.

 

 

Na kennisneming van en toelichting bij het advies van het CLB en na toelating door de klassenraad lager onderwijs , nemen de ouders de uiteindelijke beslissing over de vervroegde instap.

 

 

 

 

  • 3

In alle andere gevallen neemt de school de eindbeslissing inzake het al dan niet zittenblijven of versnellen van de leerling.

Een school die beslist het leerproces van een leerling te onderbreken door deze leerling het aanbod van het afgelopen schooljaar gedurende het daaropvolgende schooljaar opnieuw te laten volgen, neemt deze beslissing na overleg met het CLB. De beslissing wordt aan de ouders schriftelijk gemotiveerd en mondeling toegelicht. De school deelt mee welke bijzondere aandachtspunten er in het daaropvolgende schooljaar voor de leerling zijn. In het leerlingendossier bewaart de school de adviezen van de klassenraad en het CLB en/of het bewijsstuk waaruit blijkt dat ouders kennis hebben genomen en toelichting hebben gekregen bij het advies van de klassenraad en CLB.


Hoofdstuk 7        Afwezigheden en te laat komen

 

Artikel 13    Afwezigheden

 

Zowel voor kleuters als voor leerlingen lager onderwijs is een voldoende aanwezigheid noodzakelijk voor een vlotte schoolloopbaan. Afwezigheden worden telefonisch meegedeeld aan de directeur, bij voorkeur voor de start van de schooldag.

 

 

 

  • 1 Kleuteronderwijs

    • Er is geen medisch attest nodig bij afwezigheden van kleuters.
    • Voor leerlingen in het kleuteronderwijs die 5 jaar worden voor 1 januari van het betreffende schooljaar, is er een leerplicht van minimaal 290 halve dagen aanwezigheid per schooljaar. Voor de berekening van dat aantal halve dagen aanwezigheid in functie van de leerplicht en de regelmatigheid van de leerling, kunnen de afwezigheden die door de directie als aanvaardbaar geacht worden meegerekend worden.
    • Voor 6- en 7-jarigen in het kleuteronderwijs of een vijfjarige die vervroegd instapt in het lager onderwijs, moeten de afwezigheden gewettigd worden volgens dezelfde regels als in het lager onderwijs.

 




  • 2 Lager onderwijs

 

 

(1) Afwezigheid wegens ziekte:

  1. a) een verklaring van ziekte ondertekend en gedateerd door een ouder. Dit kan hoogstens vier maal per schooljaar worden ingediend. De verklaring vermeldt de naam van de leerling, de klasgroep, de reden van afwezigheid, de begindatum en de vermoedelijke einddatum.

 

  1. b) een medisch attest:

 

  • als de ouders al vier maal in een schooljaar zelf een verklaring wegens ziekte

              hebben ingediend;

  • bij een afwezigheid wegens ziekte van meer dan drie opeenvolgende kalenderdagen;

 

 

 

 

 

(2) Afwezigheid van rechtswege:

Bij een afwezigheid van rechtswege bezorgen de ouders aan de directeur een ondertekende verklaring of een officieel document. De verklaring vermeldt de naam van de leerling, de klasgroep, de reden van afwezigheid, de begindatum en de vermoedelijke einddatum.
Het gaat om volgende gevallen:

-                  het bijwonen van een familieraad;

-                  het bijwonen van een begrafenis- of huwelijksplechtigheid van een persoon die onder hetzelfde dak woont als de leerling of van een bloed- of aanverwant van de leerling;

-                  de oproeping of dagvaarding voor de rechtbank;

-                  het onderworpen worden aan maatregelen in het kader van de bijzondere jeugdzorg en de jeugdbescherming;

-                  de onbereikbaarheid of ontoegankelijkheid van de school door overmacht;

-                  het beleven van feestdagen die inherent zijn aan de door de grondwet erkende levensbeschouwelijke overtuiging van een leerling;

-                  het actief deelnemen in het kader van een individuele selectie of lidmaatschap van een vereniging als topsportbelofte aan sportieve manifestaties. Maximaal 10 al dan niet gespreide halve schooldagen per schooljaar.

 

(3) Afwezigheid mits voorafgaandelijke toestemming van de directeur:

Bij een afwezigheid met toestemming van de directeur bezorgen de ouders aan de directeur een ondertekende verklaring of een officieel document. De verklaring vermeldt de naam van de leerling, de klasgroep, de reden van afwezigheid, de begindatum en de vermoedelijke einddatum.

(4) Afwezigheid wegens verplaatsingen van de trekkende bevolking:

 

In uitzonderlijke omstandigheden kan de afwezigheid van kinderen van binnenschippers, kermis- en circusexploitanten en -artiesten en woonwagenbewoners gewettigd zijn om de ouders te vergezellen tijdens hun verplaatsingen.


De afspraken over de modaliteiten aangaande het onderwijs op afstand en aangaande de communicatie tussen de school en de ouders worden vastgelegd in een overeenkomst tussen de directeur en de ouders.

 

(5) Afwezigheden voor topsport voor de sporten tennis, zwemmen en gymnastiek mits toestemming van de directie

Een dergelijke afwezigheid kan slechts worden toegestaan voor maximaal zes lestijden per week (verplaatsingen inbegrepen) en kan enkel als de school voor de betrokken topsportbelofte over een dossier beschikt dat volgende elementen bevat:

  • een gemotiveerde aanvraag van de ouders;
  • een verklaring van een bij de Vlaamse sportfederatie aangesloten sportfederatie;
  • een medisch attest van een sportarts verbonden aan een erkend keuringscentrum van de Vlaamse Gemeenschap;
  • een akkoord van de directie.

 

 

(6) Afwezigheden omwille van revalidatie tijdens de lestijden:

 

  1. a) de afwezigheid omwille van revalidatie na ziekte of ongeval, en dit gedurende maximaal 150 minuten per week, verplaatsing inbegrepen.

 

Om een beslissing te kunnen nemen, moet de school beschikken over een dossier dat minstens de volgende elementen bevat:

 

  • een verklaring van de ouders waarom de revalidatie tijdens de lestijden moet plaatsvinden;
  • een medisch attest waaruit de noodzakelijkheid, de frequentie en de duur van de revalidatie blijkt;
  • een advies, geformuleerd door het CLB, na overleg met de klassenraad en de ouders;
  • een toestemming van de directeur voor een periode die de duur van de behandeling, vermeld in het medisch attest, niet kan overschrijden.

    

Uitzonderlijk kunnen de 150 minuten overschreden worden, mits gunstig advies van de arts van het CLB, in overleg met de klassenraad en de ouders.

 

  1. b) de afwezigheid gedurende maximaal 150 minuten per week, verplaatsing inbegrepen, van leerlingen met een specifieke onderwijsgerelateerde behoefte waarvoor een handelingsgericht advies is gegeven.

 

Om een beslissing te kunnen nemen, moet de school beschikken over een dossier dat minstens de volgende elementen bevat:

  • een verklaring van de ouders waarom de revalidatie tijdens de lestijden moet plaatsvinden;
  • een advies, geformuleerd door het CLB in overleg met de klassenraad en de ouders;
  • een samenwerkingsovereenkomst tussen de school en de revalidatieverstrekker. De revalidatieverstrekker bezorgt op het einde van elk schooljaar een evaluatieverslag;
  • een toestemming van de directeur, die jaarlijks vernieuwd en gemotiveerd moet worden, rekening houdend met het evaluatieverslag waarvan sprake in punt 3).

 

In uitzonderlijke omstandigheden en mits gunstig advies van het CLB in overleg met de klassenraad en de ouders, kan de maximumduur van 150 minuten voor leerplichtige kleuters uitgebreid worden tot 200 minuten, verplaatsing inbegrepen.

 

Voor leerlingen die vallen onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003 betreffende de integratie van leerlingen met een matige of ernstige verstandelijke handicap in het gewoon lager en secundair onderwijs kan de afwezigheid maximaal 250 minuten per week bedragen, verplaatsing inbegrepen.

Aa

(7)               Afwezigheden omwille van preventieve schorsing en tijdelijke en definitieve uitsluiting:

Een afwezigheid omwille van een preventieve schorsing, een tijdelijke of definitieve uitsluiting en waarbij de school gemotiveerd heeft dat opvang in de school niet haalbaar is, is een gewettigde afwezigheid.

 

  • 3 Problematische afwezigheden


Alle afwezigheden die niet zijn opgesomd of niet kunnen worden gewettigd zoals beschreven onder §2, worden ten aanzien van de leerling beschouwd als problematische afwezigheden. Ook afwezigheden gewettigd door een twijfelachtig medisch attest, met name de ‘dixit’-attesten, geantidateerde attesten en attesten die een niet-medische reden vermelden, worden als problematische afwezigheden beschouwd.

In deze gevallen zal de directeur contact opnemen met de ouders. De ouders kunnen deze afwezigheid alsnog wettigen. Vanaf vijf halve schooldagen problematische afwezigheden heeft de school een meldingsplicht ten opzichte van het CLB. Het CLB voorziet begeleiding voor de betrokken leerling, in samenwerking met de school.

 

Artikel 14    Te laat komen

 

 

  • 1

Kinderen moeten op tijd op school zijn. Wie door omstandigheden niet tijdig op school kan geraken, verwittigt de school.

 

  • 2

In uitzonderlijke gevallen kan een leerling die daarvoor een gewettigde reden heeft, de school voor de einduren verlaten of na de beginuren binnenkomen. Dit kan enkel na toestemming van de directeur. Als algemene regel geldt dat bezoeken aan de huisarts of een specialist dienen te gebeuren buiten de schooluren of op woensdagnamiddag. Doktersbezoeken of bezoeken aan een specialist kunnen slechts in uitzonderlijke omstandigheden tijdens de schooluren plaatsvinden en worden kort voor het begin of het einde van de lessen gepland zodat de leerling zo weinig mogelijk lestijd verliest.

 


 

Hoofdstuk 8        Schending van de leefregels, preventieve schorsing, tijdelijke en definitieve uitsluiting

Artikel 15    Leefregels

 

Ouders stimuleren hun kind om de leefregels van de school (zie infobrochure) na te leven.

 

Artikel 16    Schending van de leefregels en ordemaatregelen

  • 1

Indien een leerling door zijn gedrag de leefregels schendt of de goede orde in de school in het gedrang brengt, kunnen maatregelen worden genomen.

 

  • 2

Deze maatregelen kunnen zijn:

  • een mondelinge opmerking;
  • een schriftelijke opmerking in het heen-en-weerschrft of de schoolagenda die de ouders ondertekenen voor gezien;
  • een extra taak die de ouders ondertekenen voor gezien;

 

Deze opsomming sluit niet uit dat een andere maatregel wordt genomen, aangepast aan het onbehoorlijk gedrag van de leerling. De maatregelen kunnen worden genomen door de directeur of elk personeelslid van de school met een kindgebonden opdracht.

 

  • 3

Meer verregaande maatregelen kunnen zijn:

  • een gesprek tussen de directeur en de betrokken leerling. De directeur maakt hiervan melding in de schoolagenda of het heen-en-weerschrift. De ouders ondertekenen voor gezien;

  • de groepsleraar en/of de directeur nemen contact op met de ouders en bespreken het gedrag van de leerling. Van dit contact wordt een verslag gemaakt. Het verslag wordt door de ouders ondertekend voor gezien;

 

  • preventieve schorsing: Een preventieve schorsing is een uitzonderlijke maatregel die de directeur voor een leerling in het lager onderwijs kan hanteren als bewarende maatregel om de leefregels te handhaven en om te kunnen nagaan of een tuchtsanctie aangewezen is. De leerling mag gedurende maximaal vijf opeenvolgende schooldagen de lessen en activiteiten van zijn leerlingengroep niet volgen. De directeur kan, mits motivering aan de ouders, beslissen om die periode eenmalig met maximaal vijf opeenvolgende schooldagen te verlengen indien door externe factoren het tuchtonderzoek niet binnen die eerste periode kan worden afgerond. De preventieve schorsing kan onmiddellijk uitwerking hebben en de school stelt de ouders in kennis van de preventieve schorsing. De school voorziet opvang voor de leerling, tenzij de school aan de ouders motiveert waarom dit niet haalbaar is.

 

 

 

  • 4

Indien vermelde maatregelen niet het gewenste effect hebben, kan een individueel begeleidingsplan met meer bindende gedragsregels worden vastgelegd door de directeur.
Dit moet ertoe bijdragen dat een goede samenwerking met personeelsleden en/of medeleerlingen opnieuw mogelijk wordt.

Dit begeleidingsplan wordt opgesteld door de zorgcoördinator. Het wordt steeds besproken met de ouders. Het wordt van kracht van zodra de ouders het begeleidingsplan ondertekenen voor akkoord.
Indien de ouders niet akkoord gaan met het individueel begeleidingsplan, kan de directeur onmiddellijk overgaan tot het opstarten van een tuchtprocedure.

 

  • 5

Tegen geen enkele van deze maatregelen is er beroep mogelijk.

 

 

Artikel 17    Tuchtmaatregelen: tijdelijke en definitieve uitsluiting van leerlingen

  • 1

Het onbehoorlijk gedrag van een leerling kan uitzonderlijk een tuchtmaatregel noodzakelijk maken.

 

 

  • 2

Een tuchtmaatregel kan worden opgelegd indien de leerling:

  • het verstrekken van opvoeding en onderwijs in gevaar brengt;
  • de verwezenlijking van het pedagogisch project van de school in het gedrang brengt;
  • ernstige of wettelijk strafbare feiten pleegt;
  • zich niet houdt aan het eventueel opgesteld individueel begeleidingsplan;
  • de naam van de school of de waardigheid van het personeel aantast;
  • de school materiële schade toebrengt.

 

 

  • 3

Tuchtmaatregelen zijn:

 

Tijdelijke uitsluiting

 

De directeur kan, in uitzonderlijke gevallen, een leerling in het lager onderwijs tijdelijk uitsluiten. Een tijdelijke uitsluiting is een tuchtsanctie die inhoudt dat de gesanctioneerde leerling gedurende minimaal één schooldag en maximaal vijftien opeenvolgende schooldagen de lessen en activiteiten van zijn leerlingengroep niet mag volgen. Een nieuwe tijdelijke uitsluiting kan enkel na een nieuw feit. De school voorziet opvang voor de leerling, tenzij de school aan de ouders motiveert waarom dit niet haalbaar is.

Definitieve uitsluiting

 

De directeur kan, in uitzonderlijke gevallen, een leerling in het lager onderwijs definitief uitsluiten. Een definitieve uitsluiting is een tuchtsanctie die inhoudt dat de gesanctioneerde leerling wordt uitgeschreven op het moment dat die leerling in een andere school is ingeschreven en uiterlijk één maand, vakantieperioden tussen 1 september en 30 juni niet inbegrepen, na de schriftelijke kennisgeving.

 

In afwachting van een inschrijving in een andere school mag de gesanctioneerde leerling de lessen en activiteiten van zijn leerlingengroep niet volgen. De school voorziet opvang voor de leerling, tenzij de school aan de ouders motiveert waarom dit niet haalbaar is.

 

 

 

  • 4

Er is geen mogelijkheid tot collectieve uitsluiting: elke leerling wordt afzonderlijk worden behandeld.

 

  • 5

Het schoolbestuur kan de inschrijving weigeren in een school waar de betrokken leerling het huidige, vorige of het daaraan voorafgaande schooljaar definitief werd uitgesloten.

 

Artikel 18    Tuchtprocedure

  • 1

De directeur kan beslissen tot een tijdelijke of definitieve uitsluiting.

 

  • 2

De directeur volgt daarbij volgende procedure:

 

           het voorafgaandelijke advies van de klassenraad moet worden ingewonnen. In geval van de intentie tot een definitieve uitsluiting moet de klassenraad uitgebreid worden met een vertegenwoordiger van het CLB die een adviserende stem heeft;

 

           de intentie tot een tuchtmaatregel wordt na bijeenkomst van de klassenraad aangetekend aan de ouders bezorgd, binnen de drie schooldagen. De school verwijst in de kennisgeving naar de mogelijkheid tot inzage in het tuchtdossier, met inbegrip van het advies van de klassenraad, na afspraak.

                   De ouders hebben het recht om te worden gehoord, eventueel bijgestaan door een vertrouwenspersoon.

 

                   Dit gesprek moet uiterlijk vijf schooldagen na ontvangst van de kennisgeving plaatsvinden.

                De tuchtstraf moet in overeenstemming zijn met de ernst van de feiten.

 

               De genomen beslissing van de directeur wordt schriftelijk gemotiveerd en binnen de drie schooldagen aangetekend aan de ouders bezorgd. In dit aangetekend schrijven wordt de mogelijkheid vermeld tot het instellen van het beroep, alsook de bepalingen uit het schoolreglement die hier betrekking op hebben.

 

Artikel 19    Tuchtdossier

Een tuchtdossier van een leerling wordt opgesteld en bijgehouden door de directeur.

 

Het tuchtdossier omvat een opsomming van:

  • de gedragingen
  • de reeds genomen ordemaatregelen;
  • de gedragingen die niet overeenstemmen met het individueel begeleidingsplan;
  • de reacties van de ouders op eerder genomen maatregelen;
  • het gemotiveerd advies van de klassenraad;
  • het tuchtvoorstel en de bewijsvoering ter zake.

 

 

 


Artikel 20    Beroepsprocedure tegen definitieve uitsluiting

  • 1

Ouders kunnen een beslissing tot definitieve uitsluiting betwisten en kunnen een beroepsprocedure instellen. De ouders stellen het beroep in bij het schoolbestuur.

Dit beroep moet binnen de vijf schooldagen na kennisneming van de feiten aangetekend ingediend worden bij het schoolbestuur.

Het beroep:

  • wordt gedateerd en ondertekend;
  • vermeldt ten minste het voorwerp van beroep met omschrijving en motivering van de ingeroepen bezwaren;
  • kan aangevuld worden met overtuigingsstukken .

 

  • 2

Het beroep wordt behandeld door een beroepscommissie, opgericht door het schoolbestuur.

 

  • 3

De beroepscommissie bestaat uit een delegatie van 2 externe leden (personen die geen lid zijn van het betrokken schoolbestuur én geen lid zijn van de betrokken school) en een delegatie van 2 interne leden (personen die lid zijn van het schoolbestuur of lid zijn van de school, met uitzondering van de directeur). De beroepscommissie wordt in functie van een concreet beroep samengesteld door het College van burgemeester en schepenen.

 

  • 4

De voorzitter wordt door het College van burgemeester en schepenen onder de externe leden aangeduid.

 

  • 5

Het beroep door een beroepscommissie kan leiden tot:

1° de gemotiveerde afwijzing van het beroep op grond van onontvankelijkheid als:

  1. a) de in het schoolreglement opgenomen termijn voor indiening van het beroep is overschreden;
  2. b) het beroep niet voldoet aan de vormvereisten opgenomen in het schoolreglement;

2° de bevestiging van de definitieve uitsluiting;

3° de vernietiging van de definitieve uitsluiting.

 

 

  • 6

Het resultaat van het beroep wordt gemotiveerd en aangetekend aan de ouders bezorgd binnen de drie schooldagen na de beslissing van de beroepscommissie. Bij de kennisgeving van de beslissing moeten de beroepsmogelijkheden bij de Raad van State worden vermeld.

 

 

  • 7

Bij overschrijding van deze vervaltermijn is de omstreden definitieve uitsluiting van rechtswege nietig.

 

 

  • 8

Het beroep schort de uitvoering van de beslissing tot definitieve uitsluiting niet op.

 

Hoofdstuk 9        Getuigschrift basisonderwijs

Artikel 21    Het getuigschrift toekennen

Het schoolbestuur kan een getuigschrift basisonderwijs uitreiken, op voordracht en na beslissing van de klassenraad. Het wordt toegekend uiterlijk op 30 juni van het lopende schooljaar, of na een beroepsprocedure.

  • De klassenraad beslist op een gemotiveerde wijze of een regelmatige leerling in voldoende mate de doelen uit het leerplan die het bereiken van de eindtermen beogen, heeft bereikt om het getuigschrift basisonderwijs te verwerven.

Er bestaat geen minimumleeftijd om het getuigschrift basisonderwijs te behalen.(onder voorbehoud van goedkeuring van hetdecreet over diverse maatregelen voor het onderwijs)

 

De regelmatige leerling ontvangt het getuigschrift basisonderwijs indien uit het leerlingendossier blijkt dat de leerling bij het voltooien van het lager onderwijs de doelen opgenomen in het leerplan in voldoende mate heeft bereikt.



Artikel 22    Het getuigschrift niet toekennen

 

Als de klassenraad het getuigschrift niet toekent, motiveert hij zijn beslissing op basis van het leerlingendossier en deelt het schoolbestuur dit uiterlijk op 30 juni van het lopende schooljaar aangetekend mee aan de ouders.


Een leerling die het getuigschrift basisonderwijs niet behaalt, krijgt een verklaring met de vermelding van het aantal en de soort van gevolgde schooljaren lager onderwijs. Naast deze verklaring heeft de leerling recht op een schriftelijke motivering waarom het getuigschrift basisonderwijs niet werd toegekend, alsook aandachtspunten voor de verdere schoolloopbaan.

 

Ouders die niet akkoord gaan met deze beslissing, kunnen uiterlijk binnen de drie werkdagen een overleg vragen met de directeur. De bedoeling van dit overleg is om alsnog tot een overeenkomst te komen zonder dat de formele beroepsprocedure opgestart moet worden.

Dit overleg vindt plaats binnen de twee werkdagen na de aanvraag tot gesprek.

 

De school kan dit overleg niet weigeren en er moet een schriftelijke verslag van gemaakt worden.

In dit verslag wordt meteen opgenomen of de directeur de klassenraad al dan niet opnieuw samenroept.

 

Wanneer de ouders niet akkoord gaan met de beslissing (hetzij om de klassenraad niet bijeen te roepen, hetzij om het getuigschrift niet toe te kennen), dan wijst de school de ouders schriftelijk op de mogelijkheid tot beroep bij de beroepscommissie.

 

Indien de klassenraad bij zijn oorspronkelijke beslissing blijft, wordt zij opnieuw gemotiveerd en door het schoolbestuur aangetekend meegedeeld aan de ouders, uiterlijk binnen de drie werkdagen. Wanneer de ouders niet akkoord gaan met de beslissing dan wijst de school de ouders schriftelijk op de mogelijkheid tot beroep bij de beroepscommissie.

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 23    Beroepsprocedure

  • 1

Ouders kunnen het niet-toekennen van een getuigschrift door de klassenraad betwisten en kunnen een beroepsprocedure instellen.

Dit beroep moet door de ouders aangetekend en binnen de vijf werkdagen ingediend worden bij het schoolbestuur.

 

Het beroep:

  • wordt gedateerd en ondertekend;
  • vermeldt ten minste het voorwerp van beroep met omschrijving en motivering van de ingeroepen bezwaren;
  • kan aangevuld worden met overtuigingsstukken.

 

  • 2

Het beroep wordt behandeld door een beroepscommissie, opgericht door het schoolbestuur.

 

Het schoolbestuur stelt de beroepscommissie samen, met inachtneming van volgende bepalingen:

           de samenstelling kan per te behandelen dossier verschillen, doch kan binnen het te behandelen dossier nietwijzigen;

           de samenstelling is als volgt:

  • 3 interne leden, zijnde leden van de klassenraad die besliste het getuigschrift basisonderwijs niet toe te kennen,waaronder alleszins de directeur eventueel aangevuld met een lid van het schoolbestuur;
  • 3 externe leden, zijnde personen die extern zijn aan dat schoolbestuur en extern aan de school die besliste hetgetuigschrift basisonderwijs niet uit te reik

In voorkomend geval en voor de toepassing van deze bepalingen:

  1. a) wordt een persoon die vanuit zijn hoedanigheden zowel een intern lid als een extern lid is, geacht een intern lid tezijn;
  2. b) wordt een lid van de ouderraad of, met uitzondering van het personeel, de schoolraad van de school die beslistehet getuigschrift basisonderwijs niet toe te kennen, geacht een extern lid te zijn, tenzij de bepaling vermeld in punta) van toepassing is;

 

           de voorzitter wordt door het schoolbestuur onder de externe leden aangeduid;

 

               het schoolbestuur bepaalt de werking, met inbegrip van de stemprocedure, van de beroepscommissie, metinachtneming van volgende bepalingen:

1) elk lid van een beroepscommissie is in beginsel stemgerechtigd, met dien verstande dat bij stemming het aantalstemgerechtigde interne leden van de beroepscommissie en het aantal stemgerechtigde externe leden van deberoepscommissie gelijk moet zijn; bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend;

2) elk lid van een beroepscommissie is aan discretieplicht onderworpen;

3) een beroepscommissie hoort de ouders in kwestie;

4) een beroepscommissie beslist autonoom over de stappen die worden gezet om tot een gefundeerde beslissing tekomen, waaronder eventueel het horen van een of meer leden van de klassenraad die het getuigschriftbasisonderwijs niet toegekend heeft;

5) de werking van een beroepscommissie kan geen afbreuk doen aan de statutaire rechten van individuelepersoneelsleden van het onderwijs;

6) een beroepscommissie oordeelt of de genomen beslissing alleszins in overeenstemming is met de reglementaireonderwijsbepalingen en met het schoolreglement.

 

 

  • 3

De beroepscommissie komt bijeen uiterlijk 10 werkdagen na het ontvangen van het beroep.

De beroepsprocedure wordt voor de duur van zes weken opgeschort met ingang van 11 juli.

 

  • 4

Het beroep door een beroepscommissie kan leiden tot:

               de gemotiveerde afwijzing van het beroep op grond van onontvankelijkheid als:

  1. a) de in het schoolreglement opgenomen termijn voor indiening van het beroep is overschreden;
  2. b) het beroep niet voldoet aan de vormvereisten opgenomen in het schoolreglement;

               de bevestiging van het niet toekennen van het getuigschrift basisonderwijs;

               de toekenning van het getuigschrift basisonderwijs.

 

 

  • 5

Het resultaat van het beroep wordt gemotiveerd en aangetekend aan de ouders bezorgd, gebracht, uiterlijk op 15 september daaropvolgend, met vermelding van de verdere beroepsmogelijkheid bij de Raad van State.

In de mate van het mogelijke wordt de beslissing vroeger dan de eerste schooldag van september genomen, zodat de leerling op 1 september het schooljaar kan beginnen.

 

  • 6

De ouders kunnen zich gedurende de procedure laten bijstaan door een raadsman. Dit kan geen personeelslid van de school zijn.

 

 

Artikel 24

Iedere leerling die bij het voltooien van het lager onderwijs geen getuigschrift basisonderwijs krijgt, heeft recht op een schriftelijkemotivering met inbegrip van bijzondere aandachtspunten voor de verdere schoolloopbaan, en een verklaring met de vermelding van het aantal en de gevolgde schooljaren lager onderwijs, afgeleverd door de directie.

 

Artikel 25

Het meegeven van het getuigschrift en rapport kan om geen enkele reden worden ingehouden, ook niet bij verzuim door deouders van hun financiële verplichtingen.

 

 

  • Hoofdstuk 10 Onderwijs aan huis en synchroon internetonderwijs
    • Artikel 26
    • 1
    • Het onderwijs aan huis en synchroon internetonderwijs is kosteloos.
    • 2
  • Alle leerlingen van het basisonderwijs (kleuter- en lager onderwijs) die wegens ziekte langdurig of korte opeenvolgende periodes niet op school aanwezig kunnen zijn, hebben onder bepaalde voorwaarden recht op 4 lestijden onderwijs aan huis per week, synchroon internetonderwijs of een combinatie van beide.
  • 3
  • Voor tijdelijk onderwijs aan huis (TOAH) dienen volgende voorwaarden gelijktijdig te zijn vervuld:
  • de leerling is meer dan eenentwintig opeenvolgende kalenderdagen afwezig, vakantieperiodes meegerekend, wegens ziekte of ongeval, of de leerling is chronisch ziek en is negen halve dagen afwezig;
  • de ouders (of de personen die de minderjarige in rechte of in feite onder hun bewaring hebben) dienen een schriftelijke aanvraag in bij de directeur van de school;
  • de afstand tussen de school en de verblijfplaats van de betrokken leerling bedraagt ten hoogste tien kilometer;
  • bij een chronische ziekte kan het tijdelijk onderwijs aan huis ook gedeeltelijk op school georganiseerd worden. Dit is mogelijk na een akkoord tussen de ouders en de school en vindt plaats buiten de normale schooluren en niet tijdens de middagpauze.
    • 4
    • De aanvraag voor tijdelijk onderwijs aan huis gebeurt door de ouders, per brief of via een specifiek aanvraagformulier.
    • Bij die aanvraag gaat een medisch attest waarop de arts aangeeft dat de leerling niet of minder dan halftijds naar school kan gaan (bij langdurige afwezigheid wegens ziekte of ongeval) of waarop de arts-specialist attesteert dat de leerling lijdt aan een chronische ziekte, maar wel onderwijs mag krijgen.
    • De aanvraag van de ouders en de medische vaststelling van de chronische ziekte door de arts-specialist moet niet bij elke afwezigheid of bij elke periode van 9 halve dagen afwezigheid opnieuw gebeuren, maar blijft geldig gedurende de volledige periode van de inschrijving van de leerling op de school.
    • 5
    • De school zal de ouders individueel op de hoogte brengen van het bestaan en de mogelijkheden van het TOAH, van zodra duidelijk is dat de leerling in aanmerking zal komen voor het TOAH. Kleuters jonger dan 5 jaar, zijn nog niet leerplichtig, dit neemt niet weg dat ook de ouders van deze doelgroep geïnformeerd worden over TOAH.
    • Indien aan al deze voorwaarden is voldaan, zal de school de dag na het ontvangen van de aanvraag en vanaf de tweeëntwintigste kalenderdag afwezigheid en voor de verdere duur van de afwezigheid van het kind, voor vier lestijden per week onderwijs aan huis verstrekken.
    • Bij chronisch zieke kinderen is onderwijs aan huis, mogelijk telkens het kind negen halve dagen (hoeven niet aan te sluiten) afwezig was.
    • 6
      • Bij verlenging van de afwezigheid moeten de ouders opnieuw een schriftelijke aanvraag, vergezeld van een medisch attest, indienen bij de directeur.
      • Bij chronisch zieke leerlingen hoeft er niet telkens opnieuw een medisch attest voorgelegd worden en volstaat een schriftelijke aanvraag van de ouders.
    • 7
    • Kinderen die na een periode van onderwijs aan huis, de school hervatten, maar binnen een termijn van 3 maanden opnieuw afwezig zijn wegens ziekte, hebben onmiddellijk recht op onderwijs aan huis, synchroon internetonderwijs of een combinatie van beiden. Wel moet het onderwijs aan huis opnieuw worden aangevraagd.
    • 8

De concrete organisatie wordt bepaald na overleg met de directeur.

  • 9

De centrale organisator voor synchroon internetonderwijs is vzw Bednet. Bednet bepaalt autonoom welke leerlingen in aanmerking komen voor synchroon internetonderwijs op basis van een aantal criteria, waaronder de ondersteuningsbehoefte van de leerling en het positief engagement van de leerling, de ouders, de school en het CLB.


  • 10

Bij een langdurige afwezigheid wordt een minimale afwezigheid van 4 weken vooropgesteld vooraleer de leerling recht heeft op synchroon internetonderwijs.


  • 11

Bij een frequente afwezigheid wordt een minimale geplande afwezigheid van 36 halve dagen op jaarbasis vooropgesteld vooraleer een leerling recht heeft op synchroon internetonderwijs.

 

  • 12

Synchroon internetonderwijs kan door alle betrokkenen bij de begeleiding van de leerling aangevraagd worden via de webstek van vzw Bednet: http://www.bednet.be/aanvraag-aanmaken

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 11      School-, ouder- en leerlingenraad

 

Artikel 27

 

De schoolraad wordt samengesteld uit vertegenwoordigers van de volgende geledingen:

  • de ouders;
  • het personeel;
  • de lokale gemeenschap.

 

 

Artikel 28

 

Er wordt een ouderraad opgericht, wanneer ten minste 10% van de ouders erom vraagt. Het moet gaan over ten minste drie ouders. De leden van de ouderraad worden verkozen door en uit de ouders. Iedere ouder kan zich verkiesbaar stellen en kan één stem uitbrengen. De stemming is geheim.

 

Artikel 29

 

De school richt een leerlingenraad op als ten minste 10% van de leerlingen van het vijfde en zesde leerjaar er om vragen.

 

 


 

Hoofdstuk 12      Leerlingengegevens en privacy


Artikel 30    Gegevensbescherming en informatieveiligheid

  • De school verwerkt persoonsgegevens van leerlingen en ouders in het kader van haar opdracht. Het schoolbestuur is de eindverantwoordelijke voor deze verwerking en de veiligheid ervan.
  • Het schoolbestuur en de school leven de verplichtingen na die voortvloeien uit de regelgeving inzake privacy en gegevensbescherming en gaan zorgvuldig om met deze persoonsgegevens. Het schoolbestuur zorgt voor een afdoend niveau van gegevensbescherming en informatieveiligheid. Het beschikt hiervoor over een informatieveiligheidsconsulent. De school heeft een aanspreekpunt dat in contact staat met de informatieveiligheidsconsulent en betrokken wordt in het informatieveiligheidsbeleid van het schoolbestuur (wat onderwijs betreft).
  • De school zal enkel gegevens verwerken met de toestemming van de ouders, tenzij er een andere wettelijke grondslag is voor de verwerking. Deze toestemming moet vrij, specifiek, geïnformeerd en ondubbelzinnig zijn.
  • In de klas worden afspraken gemaakt over het gebruik van sociale media.
  • De school is transparant over de verwerking van persoonsgegevens en verstrekt de nodige informatie, al dan niet in detail, met inbegrip van de afspraken die gemaakt zijn met derden en bewerkers die persoonsgegevens ontvangen.
  • Verder hanteert de school een strikt beleid inzake toegangsrechten en paswoorden en reageert ze adequaat op datalekken.
  • De meer concrete regels voor de gegevensverwerking en -bescherming worden vastgelegd in een privacyverklaring die tot doel heeft:
  • de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen te beschermen tegen verkeerd en onbedoeld gebruik van de persoonsgegevens;
  • vast te stellen welke persoonsgegevens worden verwerkt en met welk doel dit gebeurt;
  • de zorgvuldige verwerking van persoonsgegevens te waarborgen;
  • de rechten van betrokkene te waarborgen.
    • Personeelsleden van de school waar de leerling met een verslag of een gemotiveerd verslag ingeschreven is of de lessen volgt, hebben recht op inzage van het verslag of het gemotiveerde verslag uit het multidisciplinaire dossier van de leerling. Dat recht op inzage geldt ook voor de personeelsleden van de school voor buitengewoon onderwijs die in het kader van het ondersteuningsmodel instaan voor de begeleiding van de leerling met een verslag of een gemotiveerd verslag. Bij elke inzage wordt de regelgeving over de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens toegepast.

 

Artikel 31    Meedelen van leerlingengegevens aan ouders

 

Ouders hebben recht op inzage en recht op toelichting bij de gegevens die op de leerling betrekking hebben, waaronder de evaluatiegegevens, die worden verzameld door de school. Indien na de toelichting blijkt dat de ouders een kopie willen van de leerlingengegevens, hebben ze kopierecht.

Iedere kopie dient persoonlijk en vertrouwelijk behandeld te worden, mag niet verspreid worden noch publiek worden gemaakt en mag enkel gebruikt worden in functie van de onderwijsloopbaan van de leerling.

 

Ouders kunnen zich daarnaast beroepen op de wetgeving op openbaarheid van bestuur die voorziet in een recht op inzage, toelichting en/of kopie. Hiertoe richten ze een vraag tot het College van burgemeester en schepenen dat bekijkt of toegang kan worden verleend.

Als een volledige inzage in de leerlingengegevens een inbreuk is op de privacy van een derde, dan wordt de toegang tot deze gegevens verstrekt via een gesprek, gedeeltelijke inzage of rapportering.

 

Artikel 32    Meedelen van leerlingengegevens aan derden

De school zal geen leerlingengegevens meedelen aan derden, tenzij voor de toepassing van een wettelijke of reglementaire bepaling of in het kader van een overeenkomst die de school afsluit met een verwerker voor leerplatformen, leerlingenvolgsystemen, leerlingenadministratie e.d.m.

  • Gemeenteraadsleden hebben het recht op inzage in alle dossiers, stukken en akten die het bestuur van het gemeentelijk onderwijs betreffen, overeenkomstig artikel 29 van het Decreet over het lokaal bestuur. Dit betekent dat gemeenteraadsleden inzage hebben in alle dossiers, stukken en akten die nodig zijn om het bestuur van het gemeentelijk onderwijs te controleren en die van gemeentelijk/gemengd belang zijn (individuele leerlingendossiers vallen hier niet onder). Bij de uitoefening van het inzagerecht kunnen er persoonsgegevens verwerkt worden, in voorkomend geval moet er rekening worden gehouden met de algemene verordening gegevensbescherming.

 

Bij verandering van school door een leerling worden tussen de betrokken scholen leerlingengegevens overgedragen op voorwaarde dat:

 

               de gegevens enkel betrekking hebben op de individuele onderwijsloopbaan van de leerling;

               de overdracht gebeurt in het belang van de leerling;

               ouders zich niet expliciet verzet hebben, tenzij de regelgeving de overdracht verplicht stelt. Een kopie van een verslag of een gemotiveerd verslag van een CLB moet verplicht overgedragen worden van de oude school naar de nieuwe school. Ouders kunnen zich tegen deze overdrachten niet verzetten.

 

  • Gegevens die betrekking hebben op schending van leefregels door de leerling mogen nooit aan de nieuwe school doorgegeven worden.

 

 

Artikel 33   Geluids- en beeldmateriaal gemaakt door de school

De school kan geluids- en beeldmateriaal van leerlingen maken en publiceren.

Voor het maken en publiceren van niet-gericht geluids- en beeldmateriaal in schoolgerelateerde publicaties zoals de website van de school of gemeente, publicaties die door de school of gemeente worden uitgegeven, wordt de toestemming van de leerlingen/ouders gevraagd. Onder niet-gericht geluids- en beeldmateriaal verstaan we geluids- en beeldmateriaal dat een eerder spontane, niet geposeerde sfeeropname weergeeft zonder daarvoor specifiek één of enkele personen eruit te lichten. Het gaat bijvoorbeeld om een groepsfoto tijdens een activiteit van de school. De betrokken leerlingen/ouders kunnen schriftelijk hun toestemming weigeren.

Voor het maken en publiceren van gericht geluids- en beeldmateriaal zal voorafgaandelijk de toestemming van de leerling/ouders worden gevraagd. Hierbij worden het soort geluids- of beeldmateriaal, de verspreidingsvorm en het doel gespecificeerd.

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 13          ICT-materiaal ter beschikking gesteld door de school, gebruik van Smartphone, eigen tablet/laptop, trackers of andere gelijkaardige toestellen, internet en sociale media

 

Artikel 34    ICT-materiaal ter beschikking gesteld door de school

De school stelt een laptop/chromebook/computer (hierna materiaal) ter beschikking van de leerling. Deze blijft eigendom van de school.

De leerling gaat zorgvuldig met dit materiaal om en is verantwoordelijk voor het correcte gebruik en beheer ervan.

Het is aan de leerling verboden zelf software in de apparatuur in te brengen.

De leerling gebruikt het materiaal op een wettelijke manier met respect voor het auteursrecht en de privacy.

De leerling kan aansprakelijk worden gesteld voor schade aan het materiaal ontstaan door verwijtbare nalatigheid of onachtzaamheid. Bij schade, diefstal of verlies worden de kosten doorgerekend aan de leerling wanneer er sprake is van bedrog, een zware fout of nalatigheid en kan de leerling verplicht worden tot het terugbetalen van de vervangingswaarde van het materiaal.

Het materiaal is strikt persoonlijk en de leerling zal deze niet aan derden ter beschikking stellen, verpanden noch op enige andere wijze vervreemden.

Het materiaal wordt uitsluitend gebruikt voor de uitoefening van werkzaamheden en het volgen van lessen. Het is de leerling verboden dit te gebruiken voor activiteiten die in strijd zijn met de doelstellingen van de school.

 

Artikel 35        

Smartphone, eigen tablet, eigen laptop, trackers of enige andere gelijkaardige toestellen mogen niet in het schoolgebouw gebruikt worden. Wanneer ouders of leerlingen elkaar dringend nodig hebben tijdens de schooldag, kunnen ze terecht op het secretariaat van de school.


Artikel 36

Het is niet toegestaan om beeld- of geluidsopnamen te maken op het domein van de school zonder toestemming van de school. Overeenkomstig de privacywetgeving mogen er geen beeld- of geluidsopnamen van medeleerlingen, personeelsleden of andere personen gemaakt worden of verspreid zonder hun uitdrukkelijke toestemming.




 

Artikel 37

Onder sociale media worden websites zoals Facebook, Instagram, Twitter, Tiktok enz. verstaan. Er worden geen films, geluidsfragmenten en/of foto’s op sociale media geplaatst die betrekking hebben op de school zonder dat daar uitdrukkelijk toestemming voor wordt gegeven door de school. Dit geldt voor de leerlingen, ouders en grootouders en alle personen die onder hetzelfde dak wonen als de leerling.

Bij communicatie via sociale media worden de normale fatsoennormen in acht genomen. Cyberpesten is verboden.


Artikel 38

Het internet van de school mag alleen gebruikt worden voor schoolse aangelegenheden. Het downloaden, installeren en verdelen van illegale software is uiteraard verboden.

Hoofdstuk 14      Algemeen rookverbod

Artikel 39

Het is verboden te roken binnen de volledige instelling, met inbegrip van zowel de gebouwen als de speelplaatsen, sportterreinen en andere open ruimten.

Het is verboden te roken tijdens extramuros-activiteiten.

 

Bij overtreding van deze bepaling zullen ouders en/of bezoekers verzocht worden te stoppen met roken of het schooldomein te verlaten.

 

Hoofdstuk 15      Leerlingenbegeleiding

Artikel 40   Visie per school

GBS De Wereldbrug: Onze leerlingenbegeleiding focust op het creëren van ontwikkelingskansen binnen alle leergebieden alsook op de individuele ontplooiing van elk individu voor de volledige duur van de onderwijsloopbaan. Deze ontplooiing omvat eveneens dat elke leerling, rekening houdend met de anderen, ook leert hoe hij binnen een groep kan functioneren. Door ons hierop sterk te richten, streven we ernaar ons van elke leerling een zo volledig mogelijk beeld te vormen. Een profiel van elke leerling op het vlak van kennen en kunnen, motorische, psychische, socio-emotionele en culturele ontwikkeling. Het gevormde beeld vormt de basis voor de best “gepersonaliseerde” oriëntering wat de slaagkansen tijdens de verdere schoolloopbaan, wanneer onze kinderen het zesde leerjaar verlaten, optimaliseert.

GBS De Puzzel: Onze visie op leerlingenbegeleiding is gericht op het totale leer- en ontwikkelingsproces van de leerlingen. De school streeft een evenwichtige ontwikkeling bij leerlingen na bij het zich eigen maken van de leerstof, het verwerven van cognitieve vaardigheden, het in sociaal en emotioneel opzicht steeds vaardiger worden, het uitzetten van de eigen onderwijsloopbaan en het stimuleren van een gezonde levensstijl.

 

 



Artikel 41   Contactgegevens

 

Het schoolbestuur heeft samenwerkingsafspraken afgesloten met:

 

Centrum voor Leerlingenbegeleiding van de Vlaamse Gemeenschapscommisie

CLB N-Brussel

Technologiestraat 1

1082 Sint-Agatha-Berchem

T 02 482 05 72

 

Het CLB heeft de opdracht leerlingen te begeleiden in hun functioneren op school en in de maatschappij. Hiervoor biedt het kwaliteitsvolle leerlingenbegeleiding aan.

Kwaliteitsvolle leerlingenbegeleiding bevordert de totale ontwikkeling, verhoogt het welbevinden, voorkomt vroegtijdig schoolverlaten en creëert meer gelijke onderwijskansen. Op die manier draagt het bij tot het functioneren van de leerling in de schoolse én maatschappelijke context

 

Het CLB werkt:

·                          onafhankelijk en stelt het belang van de leerling centraal;

·                          kosteloos voor de leerling, de ouders en de school;

·                          multidisciplinair;

·                          binnen de regels van het beroepsgeheim;

·                          met respect voor het pedagogisch project van de school.

 

Artikel 42  Leerlingenbegeleiding

 

Het CLB werkt vraag-gestuurd vanuit de leerlingen, de ouders en de scholen, behalve voor de verplichte begeleiding.

 

Vraag-gestuurde begeleiding :

 

·               Leren en studeren

·               Schoolloopbaanbegeleiding: vragen over de schoolloopbaan zoals de overgang naar het secundair, veranderen van school, overstap naar buitengewoon onderwijs...

·               Het psychisch en sociaal functioneren : dit kan bijvoorbeeld gaan over gedragsproblemen, psychische problemen, sociale problemen…

·               Preventieve gezondheidszorg : vragen over gezonde voeding, seksualiteit…

 

Het CLB zet de individuele leerlingenbegeleiding alleen verder als de betrokken bekwame leerling daarmee akkoord gaat of de ouders van de niet bekwame leerling daarmee akkoord gaan.

 

 

Verplichte leerlingenbegeleiding :

 

·                          De controle op de leerplicht:

·                          De signaalfunctie en de consultatieve leerlingenbegeleiding door het CLB:

-  als het CLB noden vaststelt bij de leerling of een probleem of onregelmatigheid vaststelt in het beleid op leerlingenbegeleiding, dan brengt het CLB de school hiervan op de hoogte;

-   het CLB biedt ondersteuning aan de school bij problemen van individuele leerlingen of groepen van leerlingen.

·               De preventieve gezondheidszorg: op bepaalde tijdstippen in de schoolcarrière wordt de kleuter/leerling onderzocht via medische consulten. Ook wordt het CLB gecontacteerd door de school als er sprake is van een besmettelijke ziekte.

 

 

 

 

 

Artikel 43   Preventieve gezondheidszorg

 

Preventieve gezondheidszorg bestaat uit algemene en gerichte consulten en profylactische maatregelen. Het medisch consult gebeurt door een arts en een verpleegkundige.

 

Algemene consulten

 

De algemene gezondheid, vaccinaties, groei, ontwikkeling en sensoriële toestand worden nagekeken en adviezen geformuleerd aan de leerling en zijn ouders. De algemene consulten gebeuren in het CLB.

 

Gerichte consulten

 

Dit zijn onderzoeken waarin vooral groei, ontwikkeling, vaccinaties en opvolging van de gezondheid worden nagekeken. De onderzoeken worden bij voorkeur in de school uitgevoerd.

 

Overzicht van de medische consulten :

  • 3 jaar of in de eerste kleuterklas
  • 6 jaar of in het eerste leerjaar
  • 9 jaar of in het vierde leerjaar
  • 11 jaar of in het zesde leerjaar

 

Profylactische maatregelen

 

Het CLB houdt toezicht op de vaccinaties van de leerlingen en biedt vaccinaties aan die in het vaccinatieschema zijn opgenomen. Ouders en leerlingen worden hierover geïnformeerd en geven hiervoor hun toestemming.

 

De huisarts, de ouders of de directeur hebben de plicht om de CLB-arts te verwittigen bij besmettelijke infectieziekten.

Het CLB treft de nodige profylactische maatregelen.

De maatregelen zijn bindend voor leerlingen, ouders en personeel.

 

Ter info:

Bij volgende infectieziekten neemt de schooldirecteur contact met het CLB:

  • Bof (dikoor)
  • Buikgriep/voedselinfecties (vanaf 2 of meer gevallen (binnen een week) in een (klas)groep)
  • Buiktyfus
  • COVID-19 (coronavirus)
  • Hepatitis A
  • Hepatitis B
  • Hersenvliesontsteking (meningitis)
  • Infectie met EHEC (Escherichia coli, verwekker van een zeer ernstige vorm van buikgriep)
  • Infectie met Shigella (verwekker van een zeer ernstige vorm van buikgriep)
  • Kinderverlamming (polio)
  • Kinkhoest (pertussis)
  • Krentenbaard (impetigo)
  • Kroep (difterie)
  • Mazelen
  • Rode hond (rubella)
  • Roodvonk (scarlatina)
  • Schimmelinfecties
  • Schurft (scabiës)Tuberculose
  • Windpokken (varicella, waterpokken)

 

Bij vragen of bezorgdheden in verband met infectieziekten die niet in bovenstaande lijst vermeld worden, mag ook steeds contact worden genomen met het CLB.

 

Artikel 44   Multidisciplinair leerlingendossier:

 

Van iedere leerling wordt een multidisciplinair dossier aangelegd bij het begeleidend CLB.

Dit dossier omvat:

  • Alle gegevens van de leerling die de CLB-medewerker nodig heeft voor leerlingenbegeleiding (schoolloopbaangegevens, gegevens van systematische contacten, gegevens in kader van leerplichtbegeleiding ...).
  • Gegevens van Kind en Gezin.
  • Een chronologisch overzicht van alle contacten en tussenkomsten van het CLB

 

  • Overdracht van het dossier :
  • Het multidisciplinaire dossier wordt bij schoolverandering overgedragen aan het nieuwe begeleidende CLB.

De ouder, in eigen naam of namens een niet-bekwame minder- of meerderjarige leerling als de bekwame minder- of meerderjarige leerling, kan zich hiertegen verzetten.